Nederland moet flink bouwen om het woningtekort in te lopen en de situatie voor koopstarters te verbeteren. Het Rijk moet daartoe de regie nemen.
Dat is de inzet van Vereniging Eigen Huis tijdens een hoorzitting woensdag in de Tweede Kamer over het woningtekort voor starters en middeninkomens. Koopstarters hebben het onmiskenbaar zwaar. Voor hun eerste woning betaalden ze vorig jaar 40% meer dan in 2012. In de vier grote steden is de koopsom voor een starter in die zelfde periode zelfs toegenomen met 78%. In september 2020 betaalden starters voor hun huis gemiddeld bijna € 289.000.
Groeiende kloof
“Voor veel starters is het met deze prijzen niet meer mogelijk een huis te kopen”, zegt Karsten Klein, directeur belangenbehartiging van Vereniging Eigen Huis. “Ze profiteren niet van waardestijging en vermogensopbouw. Zo wordt het steeds lastiger om later alsnog een woning te kopen. Het woningtekort zorgt zo voor een groeiende, maatschappelijke kloof.”
De enige, structurele oplossing om het woningtekort tegen te gaan is bouwen, stelt de vereniging. Strakke regie vanuit het Rijk is nodig om de opgave van betaalbare woningen te realiseren. Nu is dat nog een taak van gemeenten en provincies, maar dat levert niet genoeg woningen op.
‘Reserveer starterswoningen’
“Het Rijk moet daarom afspraken maken met alle lagere overheden over het aantal te bouwen betaalbare woningen”, zegt Klein. “Gemeenten moeten daarnaast meer juridische ruimte krijgen om koopwoningen te reserveren voor starters.”
Ook kan gerichte, financiële hulp starters een steun in de rug geven, zegt Klein. “Denk aan startersleningen, gekoppeld aan een geregionaliseerde NHG-grens. Met een bijdrage van het Rijk kunnen meer gemeenten een starterslening aanbieden.”
