Rabobank: Herstel begonnen, maar economie en huizenmarkt hebben nog lang last van coronacrisis
De Nederlandse economie is minder hard geraakt door de lockdown dan die van andere landen en het begin van het herstel is snel verlopen. De steunpakketten van de overheid hebben faillissementen voorkomen en het oplopen van de werkloosheid beperkt. Economen van de Rabobank hebben daarom hun groeiprognose voor 2020 met 0,5 procentpunt verhoogd naar een krimp van 5,2 procent. Maar er is nog een lange weg te gaan.
Behalve door de overgebleven coronamaatregelen worden de consumentenuitgaven geremd door de angst voor het virus zelf en de onzekerheid over werk en inkomen. Nu de steunpakketten worden afgebouwd, wordt de binnenlandse vraag de komende periode gehinderd door oplopende faillissementen en werkloosheid. Tegelijkertijd houdt de export last van een beperkte buitenlandse vraag. De groei in 2021 zal daarom waarschijnlijk beperkt blijven tot circa 2 procent. En de huizenprijzen zullen volgend jaar tijdelijk dalen. Dit onder de aanname dat een coronavaccin in de loop van volgend jaar breed beschikbaar komt. Dat schrijven economen van de Rabobank in een recent verschenen publicaties over de economie en huizenmarkt.
De aankomende periode zal de economie langzaam maar zeker herstellen, vertelt Ester Barendregt, hoofd RaboResearch Nederland. “Dit herstel begon al in juni nadat de coronamaatregelen geleidelijk werden versoepeld. Intussen is de kennis over het virus en het bestrijden van een uitbraak toegenomen. Zoals de afgelopen tijd is gebleken, blijft het virus lokaal uitbreken, en zijn de beperkende maatregelen niet zo ingrijpend als in april en mei. Toch is het herstel lang niet volledig. Terwijl we wachten op een vaccin, blijft de anderhalvemetereconomie voorlopig de norm. Veel bedrijven in de hardgeraakte sectoren, zoals de horeca, sport en recreatie en kunst en cultuur, kunnen dus voorlopig niet op volle kracht draaien. Bovendien speelt de coronacrisis wereldwijd, waardoor ook onze export slechts gedeeltelijk herstelt.”
Magere groeicijfers in komend half jaar
Met de virusgevoelige wintermaanden op komst verwacht Barendregt daarom – na een sterk herstel in het derde kwartaal – magere groeicijfers in het komende halfjaar. “Met de aanname dat een vaccin in de loop van 2021 wijdverbreid beschikbaar is, normaliseert de economie vanaf medio 2021 pas echt. Dan moet echter nog wel worden afgerekend met de opgelopen werkloosheid en de verslechterde financiële positie van bedrijven. Al met al duurt het waarschijnlijk nog enkele jaren voor de Nederlandse economie weer op volle toeren draait.”
Huizenprijzen volgend jaar onder druk
Terwijl macro-economische cijfers als gevolg van de coronacrisis historische dieptepunten laten zien, stoomt de Nederlandse huizenmarkt nog hard door. Woningmarkteconoom Lisanne Spiegelaar licht toe: “Huizen waren tot en met juli van dit jaar gemiddeld 7,1 procent duurder dan een jaar eerder. Ook zijn 6,7 procent meer huizen verkocht dan in de eerste zeven maanden van 2019. Mede met dank aan de steunpakketten van de Nederlandse overheid. Deze blijken tot op heden vrij effectief in het tegengaan van een sterke stijging van de werkloosheid onder de groep potentiële huizenkopers.”
Toch verwacht Spiegelaar dat de arbeidsmarktpositie van deze groep uiteindelijk wordt geraakt, en dat daarmee ook de huizenmarkt niet onaangeroerd blijft. “We verwachten dat de vraag naar huizen vanuit starters zal afnemen. Starters hebben vaak een minder sterke arbeidsmarktpositie en worden daarom harder geraakt door de crisis. Ook gaan we ervan uit dat doorstromers terughoudender zullen worden door verlies van werk of inkomen, of de angst daarvoor. Ten slotte verwachten we minder activiteit van beleggers, nu toeristen, expats en buitenlandse studenten door de coronacrisis vaker wegblijven. Al met al denken we dat het aantal verkopen in het komend jaar zal dalen tot zo’n 190.000 transacties. Ook verwachten we dat de huizenprijzen vanaf het eerste kwartaal van 2021 tot in 2022 enige tijd zullen dalen. Hierna zullen het grote woningtekort en de lage hypotheekrente weer de overhand nemen in de prijsontwikkeling.”