Met nauwelijks 14.000 verkochte nieuwbouwwoningen was 2012 voor ontwikkelaars en woningbouwers het slechtste jaar sinds 1950. Maar als er niet snel doeltreffende maatregelen worden genomen dreigt 2013 met de verkoop van 10.000 nieuwbouwwoningen pas echt dramatisch te worden. Het woonakkoord heeft de woningbouwers namelijk meer op achterstand gezet dan dat het heeft geholpen.
Dit concludeert NVB, Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers in de Thermometer Koopwoningen. Dit halfjaarlijks onderzoek geeft een actueel beeld van de stand van zaken op de nieuwbouw koopwoningenmarkt. Dit beeld is nog nooit zo slecht geweest. Voor de crisis verkochten de gezamenlijke bedrijven nog 44.000 woningen. Vorig jaar sloot de teller op 14.346 nieuwbouw woningen. En het ziet er naar uit dat dit jaar de verkoop dus op het bedenkelijke niveau van rond de 10.000 nieuwbouwwoningen uitkomt. Hiermee heeft de bouw volgens NVB voor lange tijd een serieus probleem. Geen bedrijfstak kan zich immers permitteren om zo lang onder zijn kritische massa te werken waardoor de in 2012 ingezette lijn van buitensporig veel faillissementen en ontslagen zich onverminderd voortzet.
NVB: snel maatregelen nodig anders dreigt drama
Het met veel bombarie gepresenteerde woonakkoord heeft ondanks alle goede bedoelingen, de woningbouwsector alleen maar op meer achterstand gezet. De btw-verlaging naar 6 procent geldt alleen voor de verbouw en renovatiemarkt, corporaties kunnen nog nauwelijks in nieuwbouw investeren en de financieringsmogelijkheden van starters zijn ingewikkeld en producten laten nog maanden op zich wachten. In korte tijd zijn door wat de NVB ‘fiscale voortrekkerij’ noemt, nieuwe woningen gemiddeld zo’n 15.000 euro duurder geworden dan bestaande woningen. Dit moeten de ontwikkelende bouwondernemers dus extra versleutelen. Maar in die concurrentieslag met bestaande woningen komen zij extra barrières tegen. Zo trekken banken bij achterblijvende omzetten hun kredieten in en weigeren nieuwe financieringsaanvragen in behandeling te nemen. Ook weigeren veel gemeenten hun grondprijzen te verlagen. En dat terwijl de grondprijs een buitenproportioneel onderdeel van de verkoopprijs vormt. Op basis van de prijsverlagingen die door de bouwondernemers zijn doorgevoerd zou de grondprijs 30 tot 60 procent lager moeten liggen. Maar in plaats van een grondprijsverlaging zijn in zeven van de twaalf provincies de grondprijzen verhoogd.
NVB stelt in de Thermometer Koopwoningen vast dat de bouwondernemers dus niet alleen moeten opboksen tegen de crisis maar ook tegen de negatieve effecten van het regeringsbeleid. Snelheid om de sector te helpen is dan ook noodzakelijk. Want elke maand langer wachten met maatregelen die de woningbouwsector vooruit helpen, brengt de sector dieper in de problemen. De bouwbedrijven zelf moeten aldus NVB nog efficiënter gaan werken en iets doen aan de dure Bouw-CAO.
