Organiseer uniforme toegang voor adviseurs tot klantdata bij aanbieders
Volgens de Nederlandse Vereniging van Banken, NVB, hebben inmiddels 35.000 consumenten bij hun hypotheekverstrekker een betaalpauze gekregen. Dit in verband met Corona. Hypotheek Visie roept daarom toezichthouders en de sector op, om snel tot een uniforme regeling te komen rondom de toegang tot klantdata. Financieel adviseurs moeten toegang kunnen krijgen tot de relevante data van hun relaties, zoals aanbieders die in hun bezit hebben.
Samen opkomen voor de belangen van de klant
Raj Singh, managing shareholder van Hypotheek Visie: “Ook zonder het coronavirus leeft binnen de sector de overtuiging dat nazorg en onderhoud meer aandacht moeten krijgen. De Autoriteit Financiële Markten, AFM, heeft zelfs aangekondigd onderzoek te doen naar de wenselijkheid en mogelijkheden om de (publiek-)rechtelijke wetgeving op dit punt verder uit te breiden dan de huidige “magere” regeling, die zich beperkt tot “wezenlijke wijzigingen”. Wij denken dat het een goede ontwikkeling is om meer aandacht te besteden aan nazorg en onderhoud”.
Paradox: techniek leidt tot versnipperd inzicht
“Het is een merkwaardige paradox,” aldus Raj Singh. “De digitale ontwikkelingen maken het steeds eenvoudiger om tussen belanghebbenden te communiceren en inzicht te krijgen in complexe data. Tegelijkertijd heeft die techniek ervoor gezorgd dat communicatie niet meer langs uniforme lijnen loopt, maar partijen eigen “lijntjes” kunnen volgen. De financieel adviseur hoort “de regisseur” te zijn van het financiële wel en wee van de klant. Die functie kan alleen goed worden vervuld, indien de adviseur op elk moment een volledig totaalbeeld heeft. Wat we nu zien op het gebied van hypothecair krediet is een warwinkel van contacten. De huidige situatie is niet in het belang van de consument”.
Kom tot een uniforme regeling
“Uiteraard moet de klant het er mee eens zijn dat klantgegevens die de aanbieder heeft, worden gedeeld met de financieel adviseur. Wanneer de klant met het verzoek van de adviseur instemt, mag je van aanbieders verwachten dat ze loyaal aan dergelijke verzoeken meewerken.”
”Wat nu nodig is,” vervolgt Raj Singh, “is dat we als sector komen tot een uniform stelsel waarmee adviseurs en klanten op efficiënte wijze deze onderlinge instemming tot het delen van data kunnen aantonen en aanbieders dit accepteren en hiernaar handelen. Helaas moeten we ermee rekening houden dat het coronavirus nog geruime tijd onder ons blijft. Dit vraagt om een verhoogde alertheid van de adviseurs om te waken over het financiële welzijn van hun klanten. Juist nu zou de branche deze problematiek moeten aanpakken en oplossen. Het zou daarbij helpen als de AFM partijen waar nodig een klein duwtje in de goede richting geeft en de Autoriteit Persoonsgegevens capaciteit vrijmaakt om constructief mee te denken over wat binnen de AVG wél kan, in plaats van aan te geven wat allemaal niet mag”.