‘Miljoenennota onvoldoende om positie starters op woningmarkt structureel te verbeteren’
Hoewel er in 2021 meer ruimte lijkt te ontstaan op de huizenmarkt zijn de meeste oriënterende starters niet optimistisch over hun kansen om een betaalbare woning te kunnen kopen. Zo rekent 37 procent erop dat de huizenprijzen blijven stijgen, doordat er te weinig aanbod is en de bouw van nieuwbouwwoningen achterblijft. Ruim een derde verwacht zelfs dat de krapte op de woningmarkt juist zal toenemen, blijkt uit een enquête van De Hypotheker onder ruim 600 starters die zich bij haar oriënteren op de aankoop van een eerste woning. Hoewel het kabinet op Prinsjesdag maatregelen gaat aankondigen die kansen van starters moeten vergroten, zijn de reeds uitgelekte maatregelen volgens De Hypotheker niet voldoende.
Ruim de helft van de ondervraagde starters (52 procent) woont op dit moment in een huurwoning, maar zou het liefst een woning kopen. Daarnaast wonen vier op de tien starters noodgedwongen (nog) bij hun ouders, terwijl zij in de tussentijd op zoek zijn naar een koopwoning. Starters worden nog altijd gehinderd door de krapte op de huizenmarkt. Zo heeft ruim een derde de aankoop van een huis uitgesteld, omdat er in hun prijsklasse geen woningen beschikbaar zijn. Ruim een kwart (27 procent) zegt al langer dan een halfjaar op zoek te zijn, maar heeft nog geen geschikte koopwoning kunnen vinden. De aanhoudende krapte op de huizenmarkt is voor ruim één op de vijf starters reden hun zoekcriteria bij te stellen. Bijvoorbeeld door hun blikveld naar meerdere regio’s te verbreden of naar een minder grote woning te zoeken.
Kabinetsmaatregelen bieden te weinig soelaas
Het kabinet gaat in de Miljoenennota maatregelen aankondigen die de kansen voor starters moeten vergroten. Ook gemeentes kijken naar mogelijkheden om de woningmarkt te stimuleren. Zoals een zelfbewoningsplicht voor nieuwbouwwoningen, zodat deze minder snel worden opgekocht door beleggers. Daarnaast wordt de overdrachtsbelasting voor starters afgeschaft en wil het kabinet 290 miljoen euro extra uittrekken voor de bouw van 51.000 woningen. De meeste starters verwachten niet dat deze maatregelen hun kansen zullen vergroten. Zo verwacht maar liefst de helft dat de afschaffing van de overdrachtsbelasting weinig verschil zal maken, omdat het te woningaanbod voor starters te klein is. 15 procent van de starters is van mening dat deze maatregel de huizenprijzen gaat opdrijven. Slechts één op de drie starters is blij dat ze geen overdrachtsbelasting meer hoeven te betalen, omdat dit een paar duizend euro kan schelen bij het kopen van een huis.
Bijbouwen nieuwe woningen cruciaal
De meeste starters benadrukken dat er veel meer voor nodig is om hun kansen op de huizenmarkt écht te verbeteren. Zo geeft maar liefst 40 procent aan dat het bijbouwen van woningen cruciaal is, om het aanbod van betaalbare woningen te vergroten. Bijna een derde zegt dat de financieringsnormen verhoogd moeten worden, zodat meer starters kunnen instromen op de woningmarkt. Zo blijkt uit het onderzoek dat zes op de tien starters extra middelen inbrengen om een woning te kunnen kopen. Bij ruim één op de vijf starters (21 procent) helpen de ouders mee door middel van een schenking en bij 6 procent staan de ouders zelfs garant voor de hypotheek.
“Hoewel de overheid maatregelen wil treffen om de positie van starters op de woningmarkt te verbeteren, is het maar de vraag of dit voldoende is. Door de afschaffing van de overdrachtsbelasting hebben starters minder eigen geld nodig om een woning te kopen. De kans is echter groot dat zij het geld dat zij hiermee besparen, zullen inzetten om over te bieden om hun kansen op een woning te vergroten. Dit kan de huizenprijzen nog meer gaan opdrijven. Aangezien beleggers straks een overdrachtsbelasting van 8 procent moeten betalen, bestaat daarnaast de kans dat ze dit doorberekenen in hogere huren. Hierdoor wordt het voor huurders nóg lastiger geld opzij te zetten om een woning te kunnen kopen”, benadrukt Michel van den Akker, algemeen directeur van De Hypotheker. “Dé oplossing voor het woningtekort is het bijbouwen van nieuwe woningen. Het plan van het kabinet om 290 miljoen euro extra uit te trekken voor de bouw van 51.000 woningen is een stap in de goede richting, maar er zal meer nodig zijn om de kansen van starters op de woningmarkt structureel te verbeteren.”